15.6 Quantumwereld - tunnelende deeltjes

[@fastfabio1232]

Ik ben je duizendste abonnee

[@joman5285]

E=h²/2mlapda² dus als de broglie golflengte groter word word de energie kleiner en dan word toch de tunnelkans kleiner? want die hand af van de energieverschil

[@joman5285]

ik snap dus niet waarom het antwoord bij de vraag bij 14 minuten B is.

[@ArjanSmit-bijles]

De debroglie golflente is een afhankelijke en geen onafhankelijke variabele. Als je tegen een squash bal slaat, kun je uitrekenen wat de debroglie golflengte is (zeer klein). Daardoor tunnelt die squash bal niet door de muur, ongeacht hoeveel energie je deze geeft (hij zal wss eerder de muur breken). Hoe groter de debroglie golflengte, hoe groter de kans op tunneling. Dit is een lastige, want de formule is niet triviaal (zowel massa als energie zijn ongekeerd evenredig, terwijl we ook weten dat een deeltje met meer kinetische energie makkelijker zal tunnelen dan een deeltje met minder kinetische energie).

[@joman5285]

@@ArjanSmit-bijles ik begrijp het nog steeds niet. "Hoe groter de debroglie golflengte, hoe groter de kans op tunneling." "terwijl we ook weten dat een deeltje met meer kinetische energie makkelijker zal tunnelen dan een deeltje met minder kinetische energie)." deze twee staan toch haaks op elkaar als ik naar E=h²/2mlapda² kijk. Ik hoop dat u nog tijd heeft om snel te reageren ik heb morgen de toets namelijk

[@ArjanSmit-bijles]

@@joman5285 hopelijk is je toets goed gegaan. In de formule staat dit inderdaad op elkaar, maar dat komt omdat je kijkt hoe je de debroglie golflengte kunt veranderen, waar we deze - zeker op de middelbare - alleen gebruiken om te kijken of tunneling mogelijk is. Als je naar een object of deeltje kijkt, kun je de debroglie golflengte daarvan berekenen. Als die groot genoeg is, is die kans groter. De totale kans, hangt echter niet alleen van de debroglie golflengte af, maar ook van andere variabelen. Voor nu moet je voornamelijk van voorwerpen de debroglie golflengte kunnen uitrekenen, en op basis daarvan aangeven of er een redelijke kans is op tunneling. Daarvoor geldt: hoe groter de golflengte, hoe groter de kans op tunneling. Als je dan naar het deeltje in een doos model gaat, moet je weten dat de tunnelkans afhankelijk is van energieverschil, dikte barriere, etc.