evenwicht en analyse vwo

Samenvatting evenwichten, scheidinsgmethoden en analysetechnieken. Kijk op scheikundehavo... voor meer uitlegfilmpjes, oefenopgaven en samenvattingen.
Oefenexamenopgaven over massaspectrometrie:
2015 II Leven buiten de melkweg • Leven buiten de melkwe...
2019 II stikstofmonoxide en stikstofdioxide • stikstofmonoxide en st...
Uitleg over de in het filmpje gebruikte examenopgaven:
Loodwit en de oude meesters (2007) • Loodwit en de oude mee...
Sulfaat in afvalwater (2011) • Sulfaat in afvalwater ...
Selectieve opname koolstofdioxide (2012) • selectieve opname van ...

[@kimsturing2027]

4:16 hier word gezegd dat nikkel een vaste stof is. Waarom hoort het dan niet in de evenwichtsvoorwaarde?

[@scheikundechallenge7762]

Alleen stoffen met de fase (g) en (aq) komen in de evenwichtsvoorwaarde, stoffen met de fase (l) en (s) niet. Excuses voor het late antwoord, dat van vorige week is blijkbaar weggevallen.

[@thomaswenas-bobbiefet5805]

4:02 waarom is Ni + 4 CO hier dan endotherm? Waaraan kun je dat zien?

[@scheikundechallenge7762]

1. Bij alle evenwichten is het zo dat als je de temperatuur verhoogt, dat dan de endotherme reactie in het voordeel is. 2. Uit de tekst kun je afleiden dat bij het verhogen van de temperatuur van 330 K naar 500 K de reactie naar links in het voordeel is. Er staat dan bij 500 K het evenwicht vrijwel afloopt naar links, dus dan moet de reactie naar links sneller gaan dan die naar rechts als je van 330 K naar 500 K de temperatuur verhoogt. Uit 1 en 2 volgt dat de reactie naar links endotherm is, de reactie naar links is de vorming van Ni + CO. Hopelijk maakt dit het wat duidelijker. Succes met je examen!

[@thomaswenas-bobbiefet5805]

@@scheikundechallenge7762 Ah duidelijk, hartelijk bedankt!

[@ilaydagencal5365]

Hoi, Je zegt dat als je de druk verhoogt verschuift het evenwicht naar de kant met de minste deeltjes, maar ik snap niet wat je bedoeld met “de druk” verhoogd. Hoe word dat verhoogt en hoe weet ik dat het het verhoogd word of is?

[@WouterRenkema]

Het gaat dan om evenwichten van gassen. Met het verhogen van de druk wordt bedoeld dat het mengsel wordt samengeperst (bij dezelfde temperatuur). De concentratie van de deeltjes wordt dan grater. Bij 2 DO2 )g) + o2 (g) evenwichtspijlen 2 SO3 (g), staan er drie deeltjes links van de pijl en 2 deeltjes rechts van de pijl. Bij het samepersen / druk verhogen zal de reactie naar rechts dus in het voordeel zijn.

[@ilaydagencal5365]

@@WouterRenkema aha bedankt!!

[@carlijnschuur1359]

Hoi, ik snap niet helemaal waarom er bij een verhoogde druk het evenwicht verschuift naar de kant met de minste deeltjes. Is dit iets wat je gewoon moet aannemen of is hier ook een reden voor?

[@scheikundechallenge7762]

Dit geldt inderdaad altijd, tenminste bij stoffen in de gasfase, Je kunt het ook zo beredeneren: als de druk hoger wordt (bij dezelfde T) dan wordt het volume kleiner en dan worden de concentraties groter. Stel je hebt C(s) + CO2 (g) evenwichtspijlen 2 CO (g) en alle concentraties verdubbelen. Dan wordt het boven de streep in de evenwichtsvoorwaarde 4 keer zo groot en onder de streep in de evenwichtsvoorwaarde twee keer zo groot.. Om het evenwicht te herstellen moet het evenwicht dan naar links verschuiven (dan wordt het boven de streep kleiner en onder de streep groter in de evenwichtsvoorwaarde). Het evenwicht verchuift dan naar de kant van de minste gasdeeltjes, want links staat 1 x CO en rechts staat 2 x CO2.

[@carlijnschuur1359]

@@scheikundechallenge7762 heel erg bedankt! ik snap alleen nog niet helemaal hoe dit wiskundig zit. in het eerste geval (zonder dat de druk is verhoogd) is K (wiskundig gezien): 2/1. in geval twee (waar de concentratie is verdubbeld) is K: 4/2. Hierbij kom je toch op exact dezelfde K-waarde en hoeft geen van beide groter of kleiner te worden?

[@scheikundechallenge7762]

@@carlijnschuur1359 Als je kijkt naar het voorbeeld van het evenwicht van 2 SO2 + O2 wordt 2 SO3. Als je de concentratie verdubbelt wordt het boven de breukstreep 4 keer zo groot (SO3 in het kwadraat). Onder de breukstreep wordt het 8 keer zo groot (SO2 in het kwadraat keer O2). Dat betekent dat de concentratiebreuk kleiner is geworden 94/8 keer zo klein). Om het evenwicht te herstellen moet er minder SO2/O2 komen en automatisch dan meer SO3. Dat betekent dat het evenwicht verschuift naar rechts en dat is hier de kant me de minste deeltjes.

[@tymoschar2]

Hoi, Bij de examenvraag over de chromatografie. Mauveine A is het meest hydrofiel en zal dus het verst meelopen met de loopvloeistof (mobiele fase). Waardoor deze de grootste retentietijd heeft? Stationaire fase is hydrofoob en mauveine C is ook het meest hydrofoob dus zal het minst ver meelopen en dus de korte retentietijd hebben?

[@WouterRenkema]

Retentietijd betekent hoe lang een stof erover doet om over de kolom heen te gaan. Een stof die goed bindt aan de stationaire fase (Mauveïne C) doet er daarom langer over om door de kolom te gaan. Daarom heeft C de grootste retentietijd. Je redenering klopt dus wel, behalve dat goed binden aan de stationaire fase niet een kleine maar een grote retentietijd betekent.