Het kerkhof Ik zoek de rust van een kist Van een lange houten kist In een hoekje van een kerkhof Waar geen tuinman komt Waar m’n botten stil verrotten En de tijd verstomt Zonder drank en sigaretten Met wat maden en een mol Zonder werk om op te letten Ik maak m’n eigen kist wel vol En jij, kom nooit langs m’n zerk Want m’n vlees was zwak Maar m’n botten zijn vast sterk En de kans bestaat dat dan ’t deksel open gaat en dan zal ik weer vergeten dat ik rust zocht in een kist Ik zoek de rust van een kist Van een dorre houten kist Waar ik stil kan overdenken wat ik hier niet kan Met een paar ogen, die verdrogen In m’n hersenpan Zonder ooit te hoeven eten Zonder lach en zonder traan En gerust te kunnen weten Ik hou dit nachthemd altijd aan En jij, kom nooit langs m’n graf Want zonder dat je ’t weet Word je m’n grootste straf Want dan kan ’t heel goed Dat ik gewoon naar boven moet en dan zal ik weer vergeten dat ik rust zocht in een kist Ik zoek de rust van een kist Van een sobere houten kist Onder ’n spotvogel die in ’n treurwilg « Feuilles mortes » zingt Z’n neus gesloten met z’n poten Omdat het lijk nog stinkt Zonder oorlog, zonder vrede Zonder moraal, zonder moreel Met m’n afgevallen leden En m’n tanden in m’n keel En jij, kom jij ooit in nood Dan heb je mij nog altijd Ook al ben ik dood Want omdat jij het bent Staat in m’n testament Dat je de rotzooi mag verkopen Aan een medische student