Lidwoorden: De of het? Deel 2- regels voor 'de' woorden. Nederlands leren: NT2, A1(Dutch beginners).

Lidwoorden in het Nederlands. In deze video vertel ik over de regels voor 'de-woorden'.
Bekijk ook mijn video over de regels voor 'het-woorden'
• Lidwoorden: De of het?...
Er zijn meer regels voor de-woorden dan dat ik in mijn video genoemd heb.
Ook woorden met de volgende uitgangen zijn bijna altijd 'de-woorden' :
• -iek, -ica: muziek, logica;
maar onzijdig zijn: het antiek, het elastiek en het publiek;
zowel de als het is mogelijk bij: diptiek, koliek, mozaïek, portiek, reliek, triptiek;
• -theek, -teit, -iteit: bibliotheek, puberteit, stabiliteit;
• -tuur, -suur: natuur, censuur;
maar: het avontuur, het barbituur, het fournituur, het postuur en de óf het montuur;
• -ade, -ide, -ode, -ude: tirade, planetoïde, periode, attitude;
maar: niet-telbare stofnamen op -ide zijn onzijdig (bijvoorbeeld chloride en bromide)
• -ine, -se, -age: discipline, analyse, bagage;
maar: het percentage, het promillage en de óf het bosschage, corsage, personage, vitrage en voltage;
• -sis, -tis, -xis: crisis, bronchitis, syntaxis;
maar: het chassis.
(bron: onzetaal.nl/taaladvies/de-het...)
Nederlands leren, NT2, A1-A2, Dutch grammar, articles.

[@user-fe9sq8yk1r]

❤❤❤❤ Anne dankjewel voor je video

[@NederlandsmetAnne]

😊

[@user-fe9sq8yk1r]

Mooi

[@lllearner4761]

Bedankt voor deze nuttige les :)

[@Emmadland]

Prima , dankjewel 💐

[@arzukaracan1117]

❤❤👏👏