Рет қаралды 39
Part 3: Mijn mening deed er niet toe
“Wat ik voelde, wou en kon, deed er helemaal niet toe. Anderen namen beslissingen puur op hoe ik eruit zie.”
Het zat opgekropt. Het gevoel dat wat anderen zeiden, puur was op basis van wat ze zagen. Het ging niet over wat ik voel, wat ik kan en wat ik wil. Ik was tijd aan het verspillen. Ik deed iets dat ik niet wou doen. Bijvoorbeeld het internaat. Ik heb daar 2 maanden gezeten en vroeg aan mijn papa om mij te komen halen. Uiteindelijk ben ik ‘haartooi’ gaan volgen. Ik wou kijken of dat een mogelijkheid was. Het ging over mensen, ik was socaal bezig en toch op een bepaalde manier ook aan het verzorgen. Tegelijkertijd stuurde ik wel naar mensen die op andere scholen ‘verzorging’ volgden of ze eens wouden polsen of er geen leerkracht was die mij de kans zou willen geven om ‘verzorging’ te volgen. Ik was er altijd wel een beetje mee bezig, in het geheim, om toch die weg te kunnen nemen. In het middelbaar kwam ik geen “meester Tom” tegen die me zou verder helpen. Je verwacht van een school de steun en de aanmoediging maar ik geraakte mijn zelfvertrouwen kwijt.
“Niemand wou mij een kans geven, mijn mening deed er niet toe. Ik was op.”
Niemand wou mijn de kans geven, niemand wou mijn mening aannemen of mij accepteren. Ik vroeg me af waarom niemand met mij sprak, waarom ik de kans niet kreeg. Ik slaagde voor ‘haartooi’ en deed dat op zich wel graag, maar voelde door de hele tijd haar te drogen, dat het fysiek te zwaar was en dus niet mijn ding voor de toekomst. Op het moment zelf vond ik het wel leuk, omdat ik voelde dat de anderen wel wouden dat ik hierin verder ging en dat er wel mogelijkheden zouden zijn voor een stage. Maat het voelde niet als hetgene waarin ik verder wou, niet zoals bij ‘verzorging’. Ik ben dan toch terug naar ‘kantoor’ overgeschakeld omdat het iets ‘waardevoller’ voelde, spijtig genoeg. Ik was dat jaar niet geslaagd, een weggegooid jaar. Als ik erop terugkijk vind ik het wel jammer dat ik niet ben blijven doorvechten, maar het was op. Mijn potje was een beetje op. Ik was toen 15 jaar. Van daaruit ben ik beginnen denken: ‘wil ik eigenlijk wel nog naar school gaan? Zou ik niet beter gaan werken, geld verdienen en op mijn eigen benen staan?’.