Communiceren met de kleuren van Insights Discovery - Frederik Imbo

We hebben allemaal vier kleuren in ons zitten.
Helder blauw, vurig rood, stralend geel en zacht groen. Let op: we zijn geen kleur. Nee, we hebben de vier kleuren alle vier in ons zitten.
De kleur die de andere laat zien, wordt bepaald door de behoefte die hij of zij op dat moment heeft. Speel daar op zoveel mogelijk op in, tenminste als je met de andere verbinding wil.
Bijvoorbeeld: gedraagt de ander zich wat afstandelijk beredeneerd, eerder introvert en taakgericht? Geeft die veel details en feiten? Dan zit je gesprekspartner op dat moment in de blauwe energie.
Reageer dan ook op een blauwe manier. Wees rustig, vooral niet te direct of overweldigend. Stel geïnteresseerde vragen waarbij de ander uitgebreid kennis kan etaleren.
Wees zelf ook goed voorbereid om te kunnen antwoorden op vragen komende van blauw. Geef een gestructureerde, heldere uitleg en zorg ervoor dat je informatie 100% correct, volledig en onderbouwd is. Juist is juist. Kom dan ook met objectieve bewijzen. En check of je voor de ander duidelijk bent: ‘Is er nog iets dat je wil weten?’ is een vraag die blauw erg prettig vindt.
Geef de ander voldoende ruimte om na te denken en alles wat je hebt verteld te analyseren.
Houd zoveel mogelijk rekening met de behoeften van blauw. Wat zijn die? Voorspelbaarheid, structuur, zekerheid.
Spreekt de ander snel en puntig? Is de ander gedreven en resultaatgericht? Dan heb je met rood te doen. Rood communiceert direct en instructief. Laat je niet door die rode energie uit je lood slaan, maar communiceer zelf direct terug.
Herken je rood bij de ander? Kom dan meteen to the point en wees dan kort en bondig: ‘Ik wil het nu!’ denkt rood.
Hou dan ook zoveel mogelijk rekening met de rode veeleisendheid. Maar sta tegelijkertijd je mannetje en zeg duidelijk wat kan en wat niet kan.
Maak oogcontact en communiceer zelfverzekerd en overtuigend. En wees ook voorbereid op een mogelijke explosieve reactie als rood niet krijgt wat die wil. Neem dat vooral niet persoonlijk, maar blijf kalm en ga op zoek naar een alternatief, want rood haat controleverlies. Controle, resultaat en efficiëntie, daar draait het bij rood om.
Geel is over alles enthousiast. Zelfs als er een probleem is. Geel heeft op dat ogenblik nood aan jouw betrokkenheid. Laat de andere ronduit vertellen en laat de ander zich uniek voelen. Reageer dan ook expressief: ‘Echt waar? Meen je dat?'
Communiceer informeel met geel en laat je van je meest spontane kant zien. Wees open. Want openheid opent. Wees enthousiast en stel de ander centraal.
Vermijd vooral bij geel afstandelijkheid want geel is erg gevoelig voor afwijzing. Wees integendeel positief en zorg voor interactie. Vermijd details, regels en routine, want daar heeft geel een bloedhekel aan!
Niet makkelijk vooral als je zelf veel blauwe energie hebt. Maar op dat moment gaat het niet over jou. Het gaat over de ander, over geel in dit geval. Speel in op die gele energie. CommUNIceer. Zeg dus ook nooit ‘rustig, rustig, rustig’ tegen geel. Maar: ‘Oké, ik zie jouw enthousiasme, keigoed idee. Ik vrees alleen dat dat allemaal niet zo realistisch is.’
Als je iets uitlegt aan geel, bied dan structuur aan en leg alles heel duidelijk uit, want geel is bijzonder snel afgeleid…
Groen. In tegenstelling tot geel, kan groen uitstekend luisteren. Vriendelijk en tolerant. Groen wil er ook zijn voor de ander. Groen is meelevend en geeft heel makkelijk empathie. Groen is een teamspeler, relatiegericht en ondersteunend. Groen heeft alleen de neiging om de ander te willen pleasen en vindt één woordje lastig om te zeggen: ‘Nee’. Dat komt omdat groen niet graag teleurstelt. Iemand met veel groene energie werkt het liefst in de schaduw en staat niet zo graag in de spotlight. Groen is nogal gevoelig en houdt niet zo van verandering. Benader groen daarom op een rustige en geduldige manier. Maak tijd om met groen te praten en hou rekening met de waarden van jouw gesprekspartner. Wees vriendelijk. Vermijd confrontaties. Zet groen dus zeker niet onder druk of groen klapt dicht. Groen heeft namelijk een hekel aan conficten en streeft naar harmonie. Laat zien dat je er om geeft. Zet bij groen dan ook je oordelen en verwijten aan de kant en benader de ander op een zachte en empathische manier. Check ook voortdurend of het oké is voor de ander en vraag dingen als ‘Hoe voelt dat voor jou?’
Vragen die bij blauw of rood totaal niet zouden matchen. ‘Hoe voelt dat?’
Nu nogmaals, we zijn geen kleur, nee. We hebben alle vier de kleuren in ons zitten. Speel in op de kleur die je gesprekspartner op dat moment laat zien.
Laatste tip: doe normaal. Bij de meeste interacties is geen namelijk geen duidelijke kleur zichtbaar. Wees dan ook jezelf en doe normaal. Maar zodra je merkt dat je gesprekspartner in een bepaalde kleur schiet, speel je daar dan op in. Want hoe beter je inspeelt op de behoefte en de voorkeur van de ander, hoe makkelijker er verbinding ontstaat!
Veel succes!