Hoor, oh, God, mijn gebed 'k heb op U mijn vertrouwen gezet. Hij is jong, bang voor 't lot tegen hem, zegen hem. Breng hem thuis Breng hem thuis Breng hem thuis Zo had ik mijn een zoon gewenst, had God me mijn vaderschap bereid. De zomer sterft altijd weer, wat men verwerft, raakt men kwijt en ik ben oud, haast uit de tijd. Wees hem, Heer, goed gezind. Hij is jong, hij is nog maar een kind. Want U geeft en U neemt, geef hem, Heer, dat hij leeft. Als ik sterf, neem mij op, als hij leeft. Breng hem thuis Breng hem thuis Breng hem thuis