Рет қаралды 2,881
Het kweken van walnoten is in Nederland in opkomst. De meeste noten die we nu kraken, komen uit warmere landen, maar het kweken kan ook in ons eigen land. Eva en Huub Schepers uit Luttelgeest zijn pioniers op dit gebied. Zij waren de eersten in Flevoland met een walnotenboomgaard.
Het stel vindt het mooi dat er steeds meer interesse is voor de walnoot. Er is nu zelfs een notenvereniging en er komt steeds meer nieuwe jonge aanplant bij. Het echtpaar kwam in de jaren negentig naar de Noordoostpolder. Ze kochten er een boerderij met twee hectare grond waar ze 200 walnotenbomen hebben geplant.
Ze komen niet uit de polder. Huub is geboren in Brabant en Eva in Utrecht. Ze hebben in Wageningen gestudeerd en wilden iets met planten doen. Dat werden dus walnoten. Die vallen rond deze tijd, als ze rijp zijn, uit de boom. Ze hangen in zogenoemde bolsters, een groen omhulsel. Daaruit valt de noot naar beneden.
Met de hand rapen
Het rapen is veelal handwerk. In het buitenland wordt het volgens Schepers ook wel met machines gedaan, maar in Luttelgeest wordt elke walnoot met de hand in de mand gelegd. Dat maakt het werk arbeidsintensief en niet erg rendabel. "Het is geen hobby en geen bedrijf waar we van kunnen leven, maar het is een nevenactiviteit", legt Schepers uit.
Verhuur zou meer opleveren
Landbouwgrond is veel waard in de Noordoostpolder, het verhuren van hun grond zou Eva en Huub meer opleveren dan de walnoten opbrengen. Toch wil het echtpaar dat niet. Uit overtuiging. Ze telen biologisch, met oog voor biodiversiteit. Dat vinden ze meer waard dan alleen het geld. En noten uit Nederland zijn duurzamer dan noten die uit een ver buitenland moeten komen. "Er zitten natuurlijk minder vliegkilometers in. In het buitenland wordt ook nog nauwelijks biologisch geteeld. Daar worden de noten ook chemisch behandeld om ze blinkend schoon te krijgen. Dat is bij ons allemaal niet zo," verzekert Schepers.
De verschillende soorten walnoten uit Luttelgeest worden eerst gedroogd en daarna verkocht bij notenkramen op weekmarkten. Het gaat dan in totaal om zo'n 1000 kilo per jaar. Die kilo's hoopt het echtpaar nog lang te kunnen