E1: Inflatie & geldontwaarding

In deze video staat het begrip inflatie centraal en wordt onder meer besproken hoe inflatie in relatie staat tot geldontwaarding (koopkrachtdaling). Verder komt de berekening van de consumentenprijsindex door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de verschillende soorten inflatie (bestedingsinflatie en kosteninflatie) aan bod.
In de video wordt gesproken over een video met daarin verschillend voorbeelden van berekeningen met reële- en nominale grootheden. Klik op de volgende link om deze te bekijken: bit.ly/2Pddhbf (kopieer en plak deze URL in de adresbalk als deze niet werkt).
Bij de video hoort een verwerkingsopdracht die te vinden is via de volgende link: goo.gl/sdpG5E (kopieer en plak deze URL in de adresbalk als deze niet werkt).
De video en opdracht zijn geschikt voor (algemene) economie in de bovenbouw van het VWO/atheneum/gymnasium. Vragen, op- of aanmerkingen kunnen aan de auteur worden gericht via [e-mail], kijk ook op www.economie-online.com.

[@mevrkogelman5453]

Iemand heeft mij gemaild met een hele goede vraag en aangezien ik verwacht dat meer leerlingen dit misschien lastig vinden citeer ik de vraag en het antwoord dat ik heb gegeven hieronder: De vraag: "Bij ongeveer 9 minuten gaat hij namelijk uitrekenen wat de CPI is. eerder heeft hij al de formule genoemd en dan moet je de 1ste wegingsfactor X de 1ste prijsindexcijfer doen en dan + 2e wegingsfactor X 2e prijsindexcijfer en zo verder tot je bij de 8ste bent. Dan moet je uiteindelijk op 103,5 uitkomen. nu deed ik alleen als de 1ste wegingsfactor X de 1ste prijsindexcijfer dus 49,4 X 104,8 maar dan kom ik al op 5177,12 uit. Maar dat is al veel meer dan 103,5 en dan moet je er nog meer dingen bij optellen waardoor je nog hoger uitkomt. Doe ik iets niet goed met het berekenen of is het iets anders?" Kort antwoord: Je moet uiteindelijk nog delen door de optelsom van de wegingsfactoren, dus delen door 100. Lang antwoord: Het CPI berekenen lijkt best wel op het berekenen van je gemiddelde cijfer. Stel je voor dat je de volgende cijfers hebt gehaald: een 6 die 2x mee telt een 7 die 1x mee telt een 8 die 1x mee telt Je gemiddelde cijfer bereken je dan als volgt: (6 x 2 + 7 x 1 + 8 x 1) / 4 = 6,75. Je deelt het totaal van 27 (= 6 x 2 + 7 + 8) dus door 4, omdat er eigenlijk 4 cijfers staan. Als we dat even anders verwoorden: je deelt het totaal van 27 door de optelsom van de wegingsfactoren. Bij het CPI gaat dit precies hetzelfde, je berekent het totaal en deelt het dan door het totaal aan wegingsfactoren. Het totaal aan wegingsfactoren is 100. Dus het CPI bereken je als volgt: 49,4 x 104,8 + 11,7 x 102,9 + 10,5 x 104,4 + 9,9 x 102,1 + 9,3 x 99,5 + 4,9 x 101,5 + 3,5 x 102,7 + 0,8 x 100,6 = 10.350,67 Dan moeten we het totaal nog delen door de optelsom van de wegingsfactoren dus: 10.350,67 / 100 = 103,5067 = 103,5 . Je zou het eventueel ook sneller kunnen doen door alle wegingsfactoren direct al te delen door 100. Dus 49,4% wordt 0,494, 11,7% wordt 0,117, 10,5% wordt 0,105 etc.. Dan ziet de berekening er als volgt uit: 0,494 x 104,8 + 0,117 x 102,9 + 0,105 x 104,4 + 0,099 x 102,1 + 0,093 x 99,5 + 0,049 x 101,5 + 0,035 x 102,7 + 0,008 x 100,6 = 103,5067 De som van de wegingsfactoren is nu 1. Dus als we het even netjes doen: 103,5067 / 1 = 103,5067. Hopelijk is het zo wat duidelijker. Mochten er andere vragen zijn: stel ze dan alsjeblieft!