Рет қаралды 128
WAAROM IK MIJN AMBT ALS STADSDICHTER NEERLEG
Laat me beginnen met een geloofsbelijdenis.
Ik geloof in de verbindende kracht van poëzie.
In poëzie als manier om de samenleving warmer te maken.
Ik maak poëzie omdat ik in harde tijden verzachtende omstandigheden wil creëren.
De sociale kracht van poëzie is mijn essentie, mijn DNA. Precies daarom wilde ik stadsdichter worden: om met poëzie van de stad een warmere, meer verbonden plek te kunnen maken. Nu, een half jaar later, schrap ik stad uit mijn naam en treed af.
Het turbulente vertrek van Ruth heeft een vinger gelegd op de zere plek van kritische ruimte in deze stad. Maar het is niet de enige open wonde. De recente beslissing van het stadsbestuur om de projectmiddelen cultuur voor drie jaar te schrappen heeft heel zichtbaar gemaakt dat deze stad geen waarde hecht aan vernieuwing, aan ruimte om onze samenleving in vraag stellen en die opener te maken.
Projectmiddelen zijn het ruggenmerg van een levend cultureel veld dat zo kan verjongen, verbreden, verbinden. Die middelen schrappen is geen fait divers, geen snelle begrotingsfix, maar een doodswens. En een die symptomatisch is voor een breder beleid: een koud beleid dat de levenswarmte in de stad niet naar waarde schat, maar koudmaakt.
In deze kille context kan ik mijn warme en sociaal bewogen projecten niet onder de naam stadsdichter uitvoeren. Ik kan geen stadsgedichten schrijven over pakweg leesplezier terwijl er zo alarmerend wordt omgesprongen met de waarden die ik belangrijk vind: nuance, communicatie, openheid, experiment, vrijheid, solidariteit.
Een beleid dat sociale en kritische projecten onschadelijk wil maken, staat haaks op alles waar ik voor wil staan. De kilte van dit bestuur wringt onverzoenbaar met de warmte die ik voel voor deze stad en die ik wil uitdragen.
Ik wil mijn collega-stadsdichters en PEN Vlaanderen bedanken om in de turbulentie na het vertrek van Ruth mee in gesprek te blijven gaan om een sterk stadsdichterschap te verdedigen. Ik wil Michaël van Antwerpen Boekenstad bedanken om dat gesprek te faciliteren.
Maar voor mij is de context intussen veranderd. De verantwoordelijkheid die ik voelde om het stadsdichterschap als instituut overeind te houden en te verbeteren, ruil ik in voor een grotere. Ik wil de verantwoordelijkheid nemen om een levend cultureel veld mee te verdedigen. Dat is nu fundamenteler en urgenter.
Aftreden is geen lichte beslissing want ik geloof met hart en ziel in de kracht van poëzie, haar vermogen om te doen nadenken, haar ruimte voor twijfel, haar verbeeldende en verbindende kracht.
Dit is een wilde rit geweest met blauwe plekken. Maar ik ben dankbaar dat ze mijn missie heeft scherpgesteld. Er is een warmtenet nodig onder de grote, vrije markt en mijn werk wil daarin een schakel, een verbinding zijn. Meer dan ooit voel ik me aangesproken krachten te bundelen met organisaties, mensen en makers, om samen warmte te genereren, om verzachting te brengen in steeds verhardende tijden.
Deze koude stad heeft ons nodig.
PROTESTLIED
Maak van je hart een stakingspost
waarin je kost wat kost je vuur
brandend houdt. Omdat er simpelweg geen alternatief is.
Weiger je uitdoofscenario. Laat de toekomst niet
als een stolp over je heen trekken. Duw terug.
We hebben je nodig.
Voed je vlammen.
Tot je hart als een kloppend protestlied uit je keel klinkt
zich de lucht inzingt als een spreekkoor
waarin nu elk moment een ander in kan vallen.
En nog een. Hoor. Je bent niet alleen.
Zie je hoe de nacht een stadion is geworden
waarin wij die dachten veilig thuis te zijn gekomen
nu worden uitgedaagd tot een uitmatch
tegen sterren die ons ongunstig staan.
We zouden forfait kunnen geven omdat zij zich zo hoog ophemelen
maar niets, niemand straalt zo dichtbij als wij dat kunnen
wanneer we staan voor waar we in geloven. Dus.
Blaas je hart aan.
Spreek het toe. Word Vuur. Vuur. Vuur.