Рет қаралды 1,414
De bruine beer is een roofdier uit de familie van de Ursidae. Zijn lichaam is groot en stevig gebouwd. Mannetjes worden zo’n 170 tot 220 centimeter lang en wegen tussen en 150 en de 200 kilogram. De vrouwtjes zijn kleiner en wegen tussen de 100 en de 150 kilogram. Verder hebben bruine beren een staart van zo’n 6 tot 21 centimeter lang en kleine, ronde oren. Aan de sterke voorpoten bevinden zich lange, niet intrekbare klauwen die wel 13 centimeter lang kunnen zijn. Verder hebben ze een opvallende schouderbult.
Bruine beren eten voornamelijk planten, zoals knollen en wortels, die ze met hun klauwen uitgraven. Wanneer ze vlees willen eten hebben ze het vooral gemunt op gemakkelijke prooien, zoals runderen en huisdieren. Omdat ze met gemak 50 kilometer per uur kunnen rennen, zijn ze een geduchte tegenstander.
In Europa komt de bruine beer vooral voor in Scandinavië, maar ook op de Balkan. Daarnaast leeft de bruine beer in verschillende delen van Azië en Noord-Amerika. Bruine beren voelen zich ook echt thuis in het water. In de buurt van watervalletjes of ondiepe plekken in een rivier kunnen ze urenlang op de loer liggen om vissen te verschalken. De beer springt er dan bovenop en verlamt de vis met een krachtige beet of een rake klap van zijn sterke poten. Bruine beren kunnen in het wild zo’n 25 jaar oud worden, in gevangenschap kan hij gemakkelijk de leeftijd van 30 jaar of meer bereiken.
De bruine beer is een solitair dier, wat betekent dat ze het grootste deel van hun leven alleen doorbrengen. Iedere beer heeft zijn eigen territorium, maar dit kan wel deels overlappen met het gebied van een andere beer. Van mei tot juni is het de tijd om te paren. Dat is dus maar twee maanden per jaar. Een bruine beer is vanaf vijf jaar oud geslachtsrijp. Dan gaan ze op zoek naar een partner om mee te paren. Het vrouwtje is ongeveer 60 dagen drachtig. De bevruchting wordt na de paring echter vier tot zeven maanden uitgesteld, zodat de jongen zes tot negen maanden na de paring worden geboren. Een worp bestaat meestal uit één, twee of drie jongen. Door de uitgesteld bevruchting vindt de geboorte precies tijdens de winterrust plaats.
In de herfst - als het kouder wordt - maakt de bruine beer zich op voor de winterrust, dit is geen echte winterslaap. Hij zoekt dan een knus plekje in een grot of hol. Maar eerst eet hij erg veel, zodat hij een dikke vetlaag aanlegt waarmee hij verschillende maanden verder kan. Heel sporadisch komt hij eens naar buiten om wat te eten of te ontlasten. Pas in de lente komt hij weer echt tevoorschijn.
Voorlopig staat dit mooie dier niet op de lijst van bedreigde diersoorten. Toch is hij in Europa alleen nog aan te treffen in de meest wilde gebieden en kan de voortdurende ontbossing ook zijn voortbestaan in gevaar brengen. Laten we hopen dat het nooit zover komt.