massaspectrometrie

[@marritsimecek7255]

Bedankt voor deze uitleg!!

[@breskerwaninge1301]

Bedankt voor de video! Ik heb nog wel een vraag: hoe kan je in het massaspectrum op 7:52 het piekje bij m = 14 verklaren? Ik dacht dat deze door een gefragmenteerd N-14 deeltje veroorzaakt werd en daardoor kwam ik tot de conclusie dat N niet in het midden kan zitten.

[@scheikundechallenge7762]

Dat is een goede gedachte. Je kijkt meestal niet naar de hele kleine piekjes (behalve als je om C-13 of C=14 haat, maar dat staat dan in de opgave en dat heb je hier niet). Er is een hele kleine kans dat er twee bindingen worden verbroken. Dat verklaart de piek van 14. De piek bij m/z=30, van NO is veel groter.. En de pieken die horen bij Cl-35 en Cl-37 zijn ook groter. Bij 49/51 zie je nog een piekje wat je kunt verklaren door NCl. Als je kijkt naar de covalentie is het ook logisch dat het Cl-N=O moet zijn.

[@breskerwaninge1301]

Duidelijk, bedankt!@@scheikundechallenge7762

[@rvke3763]

Bij 12:34, is het antwoord ook goed als je beargumenteerd dat er bij massaspectrum 2 deeltjes afsplitsen met een m/z waarde van 15 en bij massaspectrum 1 helemaal geen deeltjes zijn met m/z = 15, en dat bij stof R er geen deeltjes met massagetal 15 af kunnen splitsen?

[@WouterRenkema]

Dat is inderdaad ook een goede manier om de vraag te beantwoorden. Je moet er wel even bij uitleggen dat de C-C waarvan 1 C aan een -OH groep is gebonden openbreekt. Anders zou je bij stof R ook een piek van m/z =15 krijgen. Maar goed: met de piek van ,/z=15 kun je dus zeker ook een goed antwoord geven.

[@rvke3763]

@@WouterRenkema Dat is inderdaad wel beter om er bij te zetten! en heel erg bedankt voor zo'n snel antwoord :)

[@deminguyen6242]

Hoe weet je hoe hoog de intensiteit is per gefragmenteerde deeltje?

[@scheikundechallenge7762]

Over het algemeen is dat gegegeven omdat het massaspectrum is gegeven eb valt dit lastig te voorspellen. Hoe meer van het deeltje voorkomt, hoe hoger de intenstiteit. Als er isotopen zijn kun je er wel iets over zeggen. Stel dat je een fragment CH2Cl+ hebt, dan geeft dat twee pieken m/z = 49 (met Cl-35) en m/z=51 (met Cl-37). Omdat Cl-35 volgens binas 25/ScienceData 1.11 ongeveer 75 % in de natuur voorkomt en Cl-37 ongeveer 25 %, verwacht je dan dat de piek met m/z=49 een drie keer zo hoge intensiteit heeft als de piek met m/z=51.

[@Emma-mm2yv]

Hoe weet je precies dat je een CH3 moet afsplitsen? Of is het gewoon altijd eerst een CH3 afsplitsen? En waarom is het nooit eerst bijvoorbeeld een OH groep?

[@scheikundechallenge7762]

In principe zou elke atoombinding verbroken kunnen worden bij de fragmentatie, de binding waardoor CH3 afsplitst is een voorbeeld. Als van een alcohol OH afsplitst, neemt die meestal nog een H mee, waardoor water afsplitst. Dat staat in binas 39D en daar verwijzen ze ook wel naar als je daar een vraag over krijgt.

[@rafaelpieters7430]

Hi, hoe weet je welke CH3 afsplitst van het MTBE? Of maakt het niks uit welke je splitst?

[@WouterRenkema]

Zonder informatie uit de opgave kun je dit niet weten. Voor de massa van de fragmenten die ontstaan maakt het niet uit. Alleen bij het voorbeeld MTBEd3 maakt het wel uit, omdat D een groter massa heeft, heeft de CH3 die aan de O zit een grotere massa door H-2 in plaats van H-1.

[@Noor--cw7zs]

Mag je er bij massaspectrometrie altijd vanuit gaan dat er een + lading is of is er soms ook wel eens een - lading?

[@WouterRenkema]

Meetsal wel, maar het kunnen ook negatieve ionen zijn, zoals bij deze vraag kzbin.info/www/bejne/n5Cxc6WLr9x5h7M. Het maakt voor de m/z waarde niet uit of de lading 1+ is of 1-. Let wel op dat als de lading bv 2+ is dat je de massa dan door 2 moet delen om de m/z waarde te bepalen.

[@dennisb9779]

Hoi, hoe weet ik hoe ik een molecuul kan verdelen in afsplitsmogelijkheden?

[@WouterRenkema]

In principe kan elke atoombinding verbroken worden bij de fragmentatie, dus niet alleen de bindingen in het koolstofskelet.

[@dennisb9779]

@@WouterRenkema Top, dus gewoon goed kijken naar de pieken en de bijbehorende vraagstelling?

[@WouterRenkema]

Klopt! Succes met oefenen voor het examen verder!

[@dennisb9779]

@@WouterRenkema Danku! Komt goed

[@terjeslot8864]

Hoe kan je weten bij welke delen er fragmentatie op kunnen treden?

[@scheikundechallenge7762]

Daar zijn hele ingewikkelde regels voor die je niet hoeft te kennen. Tabel 39D van binas kan hier wel handig zijn. ga er (tenzij anders vermeld) vanuit dat er maar 1 atoombinding wordt verbroken, verder is het eigenlijk vooral een beetje puzzelen en de vraag goed lezen.

[@games.io-Banus]

Waar slaat die relatieve intensiteit dan op?

[@scheikundechallenge7762]

Dat betekent ten opzichte van de piek met de grootste intensiteit. Die zetten ze op 100%. Als bij een andere piek de intensiteit 0,7 keer zo groot is, krijgt die een relatieve intensiteit van 70 %.

[@games.io-Banus]

@@scheikundechallenge7762dankjewel