Tip: Als bij 1e overlijden de marktwaarde van onroerend goed hoger is dan de WOZ, zou je daar een taxatierapport van kunnen laten opmaken. Vervolgens kun je een civiele vordering van de kinderen op de langstlevende berekenen waarbij met die hogere marktrente gerekend wordt. De fiscale vordering (de basis voor de 1e erfbelasting) blijft ongewijzigd en blijft op de WOZ-waarde gebaseerd. Als er rente over de vordering is afgesproken geldt die rente ook over die hogere vordering. Op deze manier kan zelfs bij een relatief klein verschil tussen marktwaarde en WOZ een grote besparing in de erfbelasting bij het overlijden van de langstlevende worden gerealiseerd omdat je dan de hogere civiele vordering inbrengt.
@DavidBassing-xo5ox Жыл бұрын
Beste, Waarom wordt er in de eerste twee casussen geen rekening gehouden met het UBSW art. 5? Vanuit de wettelijke verdeling dient mijn inziens de leeftijdsafhankelijke vruchtgebruik factor te worden toegepast. Tenminste een afslag van 12% (factor 2 indien partner 90 jaar is). Hoewel ik een groot voorstander ben van een (flexibel) testament, wordt de wettelijke verdeling hier - op fiscaal vlak - te somber weergegeven.
@MooreMTH Жыл бұрын
Voor de eenvoud van de uitwerking van de voorbeelden zijn we ervan uitgegaan dat 6% samengestelde rente is afgesproken. Dan bestaat er geen fictief vruchtgebruik. Uiteraard dient na het overlijden vastgesteld te worden welke rente wordt gehanteerd. Bij een rentepercentage lager dan 6% is voor de berekening van het fictief vruchtgebruik de leeftijd van de langstlevende inderdaad van belang.